top of page

W11 | Uitdenken concept

  • Foto van schrijver: Lindsay van Eekelen
    Lindsay van Eekelen
  • 12 apr 2018
  • 9 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 13 apr 2018

Criteria specificeren:

1. Het moet voor de kijker na het opzetten van de bril duidelijk zijn

dat het om een ervaring gaat.

2. Na een minuut moet duidelijk zijn dat het over extreme patronen gaat en dus eigenlijk gaat over reflecteren op jezelf voor ook jij misschien burn-out raakt.

3. Het moet zichtbaar en herkenbaar zijn dat het personage over zijn of haar grenzen gaat ten bate van de ander en ten koste van zichzelf.

4. Er moet merkbaar zijn dat normale zaken zwaar kunnen gaan

aanvoelen als je te lang door gaat.

5. De kijken moet aan het denken gezet worden over zijn of haar eigen patronen.

6. De kijker mag denken "doe ik dat ook zo?".

7. Er moet voelbaar zijn dat de druk opgevoerd wordt.

8. Misschien moet de kijker een keuze hebben zodat deze echt deel kan nemen.

9. De kijker moet naar de installatie toegetrokken worden - aandacht trekken.

10. De kijker moet interactie ervaren. Dit kan al door het gebruik van VR,

door rondkijken zit men in een virtuele wereld.

11. Je moet spanning gaan voelen bij deze toepassing, dit kan in de vorm van lichamelijke reactie zoals een sneller kloppend hart, zweten of angst voelen.

12. Voor ieder zijn er minstens drie patronen herkenbaar. Dit wil zeggen dat de persoon kan denken; "He, dat heb ik ook wel eens" of "dat zou ik kunnen zijn".

13. Er wordt gedurende de film/ervaring duidelijk dat het pas mis gaat bij te veel, te lang of extremen van patronen.

14. Het spreekt de doelgroep 25-35 aan. Dit kan door herkenning,

of vormgeving van de installatie.

15. De installatie is verplaatsbaar, dit omdat het in de vorm van een campagne neergezet moet kunnen worden door het hele land.

16. De installatie speelt in op verschillende zintuigen, je hoort, je ziet, je voelt.

17. Er mogen weinig tot geen aanwijzingen nodig zijn voor gebruik. Knoppen worden duidelijk aangeduid.

18. Er wordt duidelijk dat het ook hen kan overkomen door eigenlijk heel normale patronen. Er wordt juist zichtbaar dat het niet alleen in een werkomgeving stressvol hoeft te zijn.

19. Er mogen geen scherpe randen aan de voorwerpen zitten.

10. De vorm of opstelling is speciaal waardoor mensen er naar kijken. Het trekt aandacht.

11. Er moet een duidelijk onderscheid zijn in een normale hoeveelheid van patronen en wat

er gebeurd bij herhaling, stapeling of extremen van patronen.



Waar speelt het zich af?

Het is belangrijk dat het zich juist niet op ƩƩn locatie afspeelt. Een burn-out krijg je enkel door meerdere onrust gevende factoren. Denk hierbij aan thuissituatie, ruzie met partner, geldzorgen, gezondheid, je werk niet leuk vinden, elke dag file, continu meer werk krijgen van je baas, weinig waardering krijgen voor je werk, het perfecte plaatje willen behalen, hoge eisen stellen aan alles wat je doet, hoge werkdruk door economie en maatschappij, hoge verwachtingen van de omgeving en ga zo maar door.


Wat is de boodschap?

De kijken moet aan het denken gezet worden over zijn of haar eigen patronen. Er moet zichtbaar en voelbaar worden hoe Burn-out raken voelt en dat normale patronen in veelvoud kunnen resulteren in een hoog stresslevel.


Hoe zichtbaar maken? (TESTEN)

Hoe maak ik zichtbaar dat ƩƩn keer over je grenzen gaan niet erg is en twee keer ook niet maar het bij herhaling kan resulteren in Burn-out?

* Herhaling van een situatie

* Herhaling van het hele verhaal

* Stapeling van dingen, er komen steeds meer dingen bij

* Stapeling en herhaling.


Situaties + locaties

1. Het hebben van veel verantwoordelijkheid op het werk - kantoor

2. Onduidelijkheid en onduidelijke verwachtingen in werk of prive - bij gezin

3. Verhuizen - dozen inpakken en een verhuiswagen

4. Vrienden die meer van je willen of verwachten - op straat op de fiets waar je vrienden tegenkomt. ze vragen of je mee gaat naar het feest vanavond. Ze dwingen je bijna.

5. Geen nee kunnen zeggen tegen iemand -

6. Dichtklappen, als collega weer werk bij je neerlegt.

7. Voor een ander klaar staan -

8. posten op social media -

9. chagrijnige partner of kind -

10. Multitasken - Je haalt iemand op, tegelijkertijd zit je te bellen en te eten.

11. Iets gemaakt hebben wat heel goed is en helemaal niet tevreden zijn, het doorscheuren of weggooien.

12. Extra klus tussendoor: kan jij even boodschappen doen? - Terwijl je het al heel druk hebt

13. Bepaalde verwachtingen -

14. Je zit eindelijk op de bank en je partner zegt, zit je nu weer niks te doen? De was moet nog gedaan worden hoor? ..

15. Je werkt je een slag in de ronde en je ziet op social media dat anderen leuke relaties hebben en op vakantie gaan etc.

16. Keuze moeten maken

17. Telefoontjes tussendoor. of meerdere mensen die tegelijk iets van je willen.

18. Een keuze moeten maken - Waarin dan?

19. Iemand troosten die huilt

20. perfectionisme/ uitsloverij

21. Vaak naar de klok kijken – gevoel te weinig uren in een dag

22. Ouderboodschappen > Heb je nu wel genoeg geleerd? Zonder diploma kom je nergens hoor..


Hoe zet ik een persoon aan tot reflectie van eigen gedrag?

Wanneer gaat iemand nu echt denken over iets? Als ik naar mezelf kijk dan zeg ik als ik geshockeerd wordt. Wanneer gaan ze nu echt over iets denken? Herkenning is erg belangrijk. Wanneer je je met een personage kan spiegelen/vergelijken kun je je echt inleven. Wanneer je je spiegelt aan en inleeft in zal je er over gaan denken. Het is dus heel belangrijk dat de situatie herkenbaar zijn, dat het in hun leven zou kunnen plaatsvinden.


Er zijn meerdere vormen van zelfreflectie;

1. Functioneren; Wie jij bent, wat je motivatie en doelen zijn.

2. Handelen; Het effect van methoden en manieren die jij inzet.

3. Beroepsmatig handelen in maatschappij; Hier kijk je ook naar het effect van jouw handelen op de omgeving en de maatschappij (Nijgh, 2018).


ƉƩn en twee zijn belangrijk voor mijn toepassing. Welke normen en waarden je hebt meegekregen, je opvoeding en ervaringen bepalen wie jij bent en hoe jij handelt. Het is vooral belangrijk om te onderzoeken wat het effect is van je manier van handelen. Niet zo zeer op de maatschappij maar vooral op jezelf.


Ik ben gaan zoeken naar hoe je iemand ergens toe aan kunt zetten, een zogenaamde "Call to action". Je moet de kijker of lezer vertellen wat hij of zij moet doen. Lezers of kijkers zijn namelijk niet dom, maar wel lui.

Belangrijke punten zijn;

1. Laat de kijker nadenken over een keuze. Je kunt een vraag stellen of een beeld neerzetten wat vraagtekens oproept. Hiermee activeer je het gebied in de hersenen om er over na te denken. Een abstract of onduidelijk beeld kan al genoeg zijn.

2. Vertel specifiek wat je wil dat de kijker doet.

* Wil je...

* Wat zijn jouw patronen..(Meijles, z.j.)?

3. Maak gebruik van bekende merken, situaties of beelden zodat het vertrouwd en serieus voelt. Wanneer je een merk linkt voelt het betrouwbaar en professioneel. Niet eens perse een merk, een kattenfilmpje kan er ook voor zorgen dat iemand doorklikt. Trek de aandacht met iets wat mensen al kennen (Guerin, 2016).


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Eerste story


Situaties in verhaalvorm: De onderstreepte delen zijn patronen.

Je ligt in bed, de wekker gaat, je wil niet uit bed, je bent nog moe. Je partner knort en kreunt wat en draait zich om terwijl jij de wekker uit zet. Je kijkt even op social media en ziet dat een vriendin van je heerlijk op vakantie is in een warm land en een andere vriendin ten huwelijk gevraagd is! (vergelijken met anderen, meer willen van je eigen leven) Je staat op en wil je gaan aankleden, maar de kleren die je aan wilde zitten nog in de was. Je moppert tegen je partner; ā€He, jij zou de was toch doen?.. Nu is het weer niet gebeurd!ā€ (Irritatie, gevoel dat je ook alles zelf moet doen)


Je komt beneden en wilt gaan ontbijten als je dochtertje beneden komt zitten. Je knuffelt even met haar en gaat ontbijt en lunch maken voor jullie beiden. Je trekt de koelkast open, ā€œoke, we moeten straks even boodschappen doenā€. Je vraagt je partner of hij dat even doet uit zijn werk. Je fietst of rijdt met je dochter naar school waarna je doorrijdt naar werk. Alles stoplichten staan op rood of je hebt file met de auto. Je hebt je gehaast en bent net op tijd op je werk. Je lacht met collega’s en hebt het leuk op je werk. Ondertussen komt je baas langs en vraagt of je vandaag nog tijd hebt voor een spoedopdracht. Je zegt meteen ja! ( Je wilt laten zien dat je het allemaal wel kan en zegt ja.) Je baas benoemd een map waar de juiste bestanden zouden moeten staan en gaat naar een bespreking. Wanneer jij de bestanden zoekt staan ze er niet. Je probeert je baas te bellen maar hij neemt niet op. (onduidelijkheid op werk en over verwachtingen) Uiteindelijk vind je ze en ga je aan het werk. De tijd gaat snel en kijkt erg vaak op de klok. (gevoel niet genoeg uren in een dag) Je blijft maar prutsen aan de opdracht tot je het echt echt echt goed vindt. Ondertussen belt je partner je en krijg je tal van appjes van vriendinnen die morgenavond wat leuks willen gaan doen. Tussen het werk door probeer je te reageren. (Multitasken) Oke de spoedopdracht is af. Pfuw, toch gelukt. Om kwart voor 5 komt je baas binnen; ā€œHĆ© ik had toch gevraagd of je die opdracht wilde doen? De klant belt me net dat hij niks ontvangen heeft!ā€œ Je schrikt en schaamt je, je hebt het gevoel dat je het fout gedaan hebt. ā€œOh, moest ik het ook naar de klant sturen dan? Dat had ik niet begrepen. ā€ Je baas reageert geĆ«rgerd; ā€œJa natuurlijk, dacht je dat het er vanzelf zou komen?ā€ (Geen waardering krijgen voor je harde werk) (haasten) Je stuurt het nog snel naar de klant maar het is al 10 over 5 en je moet je dochter nog halen.


OkĆ© eindelijk kun je weg! Je gaat je dochter halen, maar wordt ondertussen gebeld door een vriendin. Ze is helemaal overstuur en ophangen kun je niet over je hart krijgen. Je probeert haar te kalmeren. (klaarstaan voor een ander) Ondertussen ga je je dochter halen, je knuffelt haar terwijl je aan het bellen bent met de vriendin. Je hangt op en komt toevallig een vriendin tegen bij de school. Ze zegt; ā€œHe, je komt vanavond toch ook wel met de meiden he! ā€œje geeft aan dat je het erg druk hebt en er eigenlijk geen tijd voor hebt. ā€œDan maak je er toch tijd voor?,ā€ reageert de vriendin. Ze blijft aandringen, uiteindelijk stem je in. (geen nee kunnen zeggen, hoge verwachtingen van vrienden) Ineens belt je partner, hij vraagt of jij even boodschappen kunt doen omdat hij moest overwerken en nu in de file staat. (Er komt iets bij je dag waar je niet op gerekend had) Vervolgens rijd je naar de supermarkt met je dochter. Even boodschappen doen. Terug thuis check je even je post, weer rekeningen. Je zucht en gaat koken en eten met je dochter. Als je net klaar bent met eten komt je partner thuis. Hij gooit zijn stinkschoenen uit in de woonkamer en ploft op de bank. Je geeft aan dat je vanavond naar een vriendin haar feestje gaat. Je partner begint tegen je ; ā€œOh, moet je niet leren dan? Zonder dat diploma kun je daar niet blijven werken hoor! Als ik jou was zou ik er maar eens wat harder voor werken.ā€œ (familieboodschappen/ouderboodschappen, hoge eisen) Je pakt je tas en fietst naar je vriendin. Je staat voor de deur en zucht eens diep, je kent er eigenlijk niemand en weet niet wat je moe verwachten, je belt aan. (angst voor nieuw, angst niet gemogen te worden) Eenmaal binnen aangekomen is iedereen al begonnen. Ze zitten lekker aan een wijntje en het is volop gezellig. Uiteindelijk vind je je plek wel en heb je het super leuk. Rond een uur of 11 geef je aan naar huis te gaan omdat je morgen weer moet werken. Je fietst naar huis, douched even en gaat in bed liggen. Eindelijk rust.


---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Uitwerking


Druk opvoeren

Het is de bedoeling dat verhaal meerdere keren herhaald wordt. Door het beĆÆnvloeden van de zintuigen door middel van horen en voelen wil ik de kijker laten beleven dat het stressniveau steeds hoger wordt. Je kunt niet meer opladen voor je gevoel.

Dit wil ik doen door het geheel zwaar te laten aanvoelen. Zwaar betekend ook wel, drukkend, ernstig, letterlijk zwaar in het lichaam.


Zwaarder laten voelen

Dit wil ik doen door gebruik te maken van een constante suis of hoge toon op de achtergrond, het licht vertragen of vervagen van beeld en een vest wat letterlijk voor druk op het lichaam zorgt. Eventueel probeer ik de beweging te beperken waardoor het nog zwaarder voelt.


Als extra kan ik nog gebruik maken van warmte en kou, prikkeling en trillingen om de kijker extra stress te laten ervaren.


Wanneer het verhaal voor de laatste keer herhaald wordt zal er iets bijkomen waardoor je eigenlijk volledig instort en je batterij echt leeg is. Dit kan zijn dat iemand overlijdt, je partner je verlaat o.i.d. Dit moet ik nog bedenken.


Herhaling of stapeling van ā€œnormale vervelende patronenā€ zorgen ervoor dat je niet meer kunt opladen en je batterij dus langzaam leeg gaat. Iedereen heeft wel eens een rotdag, iedereen heeft wel eens stress, maar juist de stapeling en het doorgaan maakt dat iemand burn-out kan raken.


Een andere oorzaak is het kiezen om door te gaan wanneer je eigenlijk aanvoelt dat je niet meer kan. Veel mensen binnen de risicogroep hebben sowieso moeite met keuzes maken. Een andere optie is dus dat ik ze steeds een keuze laat maken tijdens het kijken.


De keuze kan dan zijn; Doorgaan of stoppen. Echter is het risico dat ze de burn-out ervaring niet meemaken en niet bewust worden. Een andere optie voor een keuze kan zijn dat ze moeten kiezen tussen twee kwaden of heel snel moeten kiezen. Dit is iets wat ik moet testen.

Dit moet nog bij de story:

* De kijker aan het denken zetten over een keuze

* Een bekend merk of beeld inbrengen.

* Opgevoerde druk.


-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------






Comments


bottom of page