top of page

W1 | Vooronderzoek | Wat is burn-out?

  • Foto van schrijver: Lindsay van Eekelen
    Lindsay van Eekelen
  • 6 feb 2018
  • 9 minuten om te lezen

Te verschaffen informatie

1. Vragen vanuit aannames 1. Medische inzichten burn-out 2. Wat is een burn-out 3. Hoe ontstaat een burn-out 4. Welke behandelingen zijn er? Is er al preventie? 5. Bij wie komt het voor? Welke leeftijden Hoeveel mensen?

6. Social media Welke media worden ingezet om burn-out preventie onder de aandacht te brengen Heeft social media verband met burn-out onder jongeren?


3.2.1 Medische inzichten Van stress kun je goed herstellen, denk maar aan je kinderjaren; de aai over je bol of het kusje op je pijnlijke knie. Ook als volwassenen kan dit; het complimentje van je baas of collega. Doordat je je getroost en gezien voelt treedt het herstel van stress in werking. Hechting is een van de belangrijkste emoties die zorgt voor goed herstel.

Wanneer hechting in de kindertijd niet goed verloopt ontstaan er vaak problemen.

Het gevolg van slechte hechting in de kindertijd is dat iemand op volwassen leeftijd in een verhoogde staat van paraatheid verkeert. De persoon ervaart het als gevaarlijk om zijn of haar kwetsbare kant te laten zien (CNW, 2013).

Volgens Maslach zijn er drie dimensies van burn-out: 1. Emotionele uitputting naar aanleiding van menselijke interactie 2. Depersonalisatie/cynisme (anderen als negatief subject of object zien) 3. Verminderd vertrouwen in persoonlijke competentie (Brouwer, 2016)

Maslach Burnout Inventory (MBI, de meest gebruikte vragen‐ lijst om burn-out te meten. Christina Maslach is een psychologe die onderzoek deed naar hoe mensen om gaan met sterke emoties op de werkvloer. Susan Jackson hielp haar hierbij. Samen hebben zij ā€œMBIā€ (Maslach Burnout Inventory) bedacht, de meest gebruikte vragen-lijst/methode om een burn-out te meten.

In 1996 publiceerde Schauffeli et. Al een versie van MBI die algeheel toepasbaar is, niet alleen bij beroepen met veel persoonlijk contact. Het ging in de visie van deze auteurs dus om een werk gerelateerd syndroom dat zich manifesteert in termen van emotionele uitputting (vermoeidheid die veroorzaakt is door het moeten werken met andere mensen), depersonalisatie (een cynische en onverschillige houding ten aanzien van de mensen met wie men werkt), en verminderde persoonlijke bekwaamheid (twijfel aan het eigen vermogen om goed met andere mensen te kunnen werken). Er is echter geen reden om te veronderstellen dat burnout zich uitsluitend bij beoefenaars van dergelijke ā€˜contactuele’ beroepen kan voordoen. In 1996 publi‐ ceerden Schaufeli et al. daarom een niet-beroepsspecifieke versie van de Maslach Burnout Inventory (MBI-GS, voor ā€˜general survey’), die algemeen toepasbaar is,

Sindsdien heeft onderzoek naar de structuur en validiteit van dit instrument laten zien dat de eerste twee dimensies (uitputting en distantie) gewoonlijk hoog samenhangen en 242 Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2013 (29) 3 Dit artikel van Boom Lemma Tijdschriften is gemaakt voor Iedereen - 160053 burn-out: de stand van zaken ook op dezelfde manier gerelateerd zijn aan andere concepten, terwijl verminderde competentie juist relatief laag met de eerste twee dimensies samenhangt (en vaak ook op een andere manier aan andere concepten gerelateerd is). Dit heeft geleid tot de conclusie dat uitputting en distantie de kerncomponenten van burn-out zijn.


Geschiedenis: Midden jaren vijftig begonnen onderzoekers en managers van bedrijven zich te interesseren voor werkstress. Terugblikkend noemt men in gevalsbeschrijvingen uit die periode de beschreven toestand ā€˜burn-out avant-la-lettre’. Hiermee wordt de toestand waarbij iemand enthousiast en vol vuur bezig is, om er daarna volledig op af te knappen en uitgeblust bij de pakken neer te zitten bedoeld. De psychoanalyticus Herbert Freudenberg introduceerde 1974 de term burn-out om specifieke, met het werk samenhangende psychische klachten te beschrijven, die hij signaleerde bij vrijwilligers binnen een hulpverleningsinstelling.

De term burn-out wordt al snel populair, en dan met name in vakbladen voor allerlei beroepsgroepen zoals leraren, brandweerlieden en logopedisten. De artikelen in deze bladen hebben tot doel de lezer te wijzen op de gevaren van burn-out. De bekendheid van het begrip en het gelijknamige syndroom stijgt snel. Eind jaren zeventig ontstaat er belangstelling voor het begrip vanuit psychologische hoek. Het komt dan ook steeds meer voor buiten hulpverlenende beroepen (Interapy, z.j.).

Voor kortdurende stress zet ons lichaam adrenaline in. Cortisol neemt de plaats in van adrenaline als de stress langer duurt. Cortisol wordt wel eens het hormoon van de moed der wanhoop genoemd. Langdurig onder stress staan doet het cortisolsysteem op hol slaan hetgeen funeste gevolgen heeft voor ons afweersysteem en de mobilisatie van energie. Tegen kortdurende stress zijn we bestand. Langdurige stress is oorzaak 1 van burn-out (Baan Fit, z.j.).

Een hype Er zijn tal van nieuwsartikelen over jongeren en een burn-out:

Millennials massaal naar psycholoog

Millennials en Burn-outs, echt wel zo uniek? https://www.de-nfg.nl/millennials-en-burn-outs-echt-wel-zo-uniek.html

Jongeren gaan massaal naar de psycholoog. Er zijn zes punten die het meeste aangehaald worden: 1. Ik kan geen beslissing maken, wat als ik de foute beslissing maak? 2. Ik heb moeite met ā€œneeā€ zeggen. 3. Zal ik ooit genoeg geld hebben om een leven te starten met mijn partner? 4. Ik voel me hulpeloos tegenover alles wat er in de wereld gaande is. 5. Ik voel me een bedrieger. 6. Mijn angsten beperken mijn leven (Ufkes, 2017).

3.2.2 Wat is een burn-out? Een burn-out is een staat van uitputting conform het wetenschappelijke onderzoek van vooral dr. Christine Maslach. Symptomen van burn-out zijn emotionele uitputting, distantie tot mensen en een lage dunk van eigen competenties.

Vaak verloopt het proces naar overspannenheid als volgt: 1. Men raakt emotioneel uitgeput. De persoon doet heel erg zijn best maar er komt niets uit. 2. Er ontstaat irritatie, elk ander is te veel. 3. De persoon heeft een lage dunk van eigen competenties en plaatst zichzelf als laatste.

Vaak willen deze mensen, die uit zichzelf al graag willen dienen, zich ook door klanten veel laten verleiden tot nog meer dienen. Deze druk zorgt ervoor dat de persoon overruled wordt en zich niet meer bewust is van de eigen behoeften en wensen. Daarnaast laat de persoon zijn of haar eigen wensen vaak overrulen ten bate van een ā€œhoger doelā€. Dit zorgt voor het plotseling afknappen.

Activiteiten kosten meer moeite, terwijl de output vermindert en dan plotseling in elkaar zakt. De persoon kan niet veel meer dan huilen, het lichaam ā€œblokkeertā€ en qua werk krijgt de persoon bijna niets meer af. Dit is het karakteristieke moment van burn-out worden of beseffen burn-out te zijn.

Bij een burn-out ervaart de persoon vaak allerlei pijnen die niet lokaal door een huisarts verklaard kunnen worden. Dit kan ook niet omdat de oorsprong van de pijnen in het ā€œneuroinflammation*ā€ zit, wat slechts met speciale micro technieken te zien is. *Neuroinflammation = een reactie in het zenuwstelsel (Blankert, 2015).

Het begrip burn-out werd ruim een kwart eeuw geleden in Amerika geĆÆntroduceerd. Het ging in die eerste beschrijvingen om mentale uitputting bij hulpverleners. Het burnout-concept is wereldwijd sterk gekoppeld aan de meest gebruikte vragenlijst om burnout-verschijnselen te meten: de Maslach Burnout Inventory (MBI) die in Nederland bekend staat als de Utrechtse Burnout Schaal (UBOS). Burn-out is in de internationale literatuur vaak wat de MBI meet.

Vanuit de psycho-neuro-immunologie en psycho-neuro-endocrinonologie wordt overspanning/ burn-out gezien als een gevolg van langdurige stress die een chronische ontregeling geeft van het neurohormonale systeem. Het neurohormonale systeem is de bron van de hele lijst lichamelijke en psychische klachten. Klachten die hier onder andere bij horen zijn; snel moe zijn, slecht slapen, pijnlijke en gespannen spieren, concentratie- en geheugenproblemen, problemen met plannen, prikkelbaarheid, snel emotioneel, depressie- en angstklachten, ongeduldig gedrag, niet meer kunnen stoppen met werken etc (LVE, NHG, NVAB, 2011).


Wie zijn er gevoelig voor een burn-out? Mensen die zelden tevreden achteromkijken naar het werk wat gedaan is, maar de blik strak vooruit gericht houden op alles wat nog af moet. Het treft met name perfectionisten. Hooggeschoolde vrouwen, maar ook mannen die veel hoofdarbeid verrichten (ICT, Management, Techneuten) lopen een verhoogd risico.

Het komt voornamelijk voor in beroepen waarbij veel contact plaatsvindt. Volgens recente cijfers van het CBS scoren onderwijs en horeca het hoogst 13%, daarna volgt de hulpverleningssector met 10% (Baan Fit, z.j.).

3.2.3 Waardoor ontstaat een burn-out? De volgende situaties zijn typische situaties die een burn-out veroorzaken;

1. Emotionele overbelasting 2. Gebrek aan controle 3. Gebrek aan beloning (Perceptie) 4. Uiteenvallen van sociale omgeving 5. Gebrek aan eerlijkheid (perceptie) 6. Conflict van waarden (Maslach, 2005). Werkstressoren lijken vooral een aanslag te doen op de energiereserves van de werknemers, hetgeen wat tot uitputting leidt. Terwijl een gebrek aan energiebronnen vooral de motivatie aantast en de betrokkenheid bij het werk ondermijnt (Schaufeli et al, z.j.).


Burnout en persoonlijkheid Persoonlijkheid kan een belangrijke rol spelen op het gebied van burn-out. Dit omdat het een coping mechanisme kan zijn. Wenselijke persoonlijkheidstrekken zijn; extraversie, bewustzijn, openheid en emotionele stabiliteit. Bij mensen met deze wenselijke persoonlijkheidstrekken is stress vaak lager. Deze personen hebben niet snel het gevoel te falen, eisen zien ze enthousiast als uitdaging. Echter is persoonlijkheid in deze zin wel een coping mechanisme. Burn-out als afwijkend gedrag wordt geassocieerd met persoonlijkheid. Afwijkend gedrag is niet consistent met wenselijke persoonlijkheidstrekken (Ghorpade, 2007).

Burn-out bij jongeren. Metro zette eind juni een enquĆŖte live, die door maar liefst 1816 jongeren tussen 18 en 34 jaar werd ingevuld. Dit zijn de bevindingen (houd je vast): 63 procent heeft een psycholoog bezocht, ruim 38 procent zit nu nog in therapie, voornamelijk vanwege werkdruk, de druk van het sociale leven of de combinatie daarvan. Redenen als ā€˜de behoefte eeuwig perfect te zijn op alle fronten’, ā€˜onzeker’, ā€˜de druk op het werk/stage is veel te hoog, want voor mij tien anderen’ en ā€˜te veel keuzes op jonge leeftijd’ worden vaak genoemd. 64 procent zegt minstens een paar vrienden te hebben die ook psychologische hulp hebben ingeschakeld. 24 procent is dagelijks bang een burn-out te krijgen, 14 procent is overspannen.

Ook Omroep Human/3FM en MIND, een initiatief van het Landelijke Platform Psychische Gezondheid, Fonds Psychische Gezondheid en Korrelatie, liet in april 2017 onderzoeken hoeveel jongeren stressklachten ervaren, door 624 jongeren tussen 18 en 24 jaar te bevragen naar psychische klachten. 43 procent antwoordde ja op de vraag of ze psychische klachten als slecht slapen, piekeren, angstige of sombere gevoelens en problemen met eten hadden. Van die 43 procent bekende maar liefst 80 procent die klachten al langer dan twee maanden te hebben.

Millennials lijken het vooral zichzelf moeilijk te maken. De jongeren zijn maar zelden tevreden met zichzelf en vinden het moeilijk om werk en privƩ gescheiden te houden. Verder zorgen sociale media voor nog meer druk op de schouders.

Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie en psychotherapie aan de Radboud Universiteit, kijkt niet van de cijfers op. ā€œDat voorspel ik al jarenā€, aldus Derksen. Volgens hem ligt een deel van oorzaak bij de opvoeding van de millennials. Ze hebben in hun jeugd te vaak te horen gekregen hoe fantastisch ze wel niet zijn en ondervinden nu ineens dat dat wel mee- of beter gezegd tegenvalt (GGZ, 2017).

Hoogleraar psychiatrie Witte Hoogendijk onderschrijft dat. ā€žAlle grote vraagstukken van deze tijd gaan hoe dan ook door onze jongeren opgelost worden. Klimaatverandering, robotisering, nucleaire dreiging, genetische manipulatie, dna-synthese: om maar wat te noemen. Die oplossingen komen er, daar maak ik me niet zo’n zorgen over. Over millennials, mijn kinderen en kleinkinderen dus, wel.ā€ In Van Big Bang tot Burn-out, dat Hoogendijk met journalist Wilma de Rek schreef, onderbouwt hij een interessante theorie: onze hersenen kunnen de stress van de huidige informatiemaatschappij niet meer bijbenen. ā€žOns stressresponssysteem is ten dele vergelijkbaar met een verstandskies: een nutteloze tand, die kan ontsteken, waardoor je er nog last van krijgt ook.ā€ Met andere woorden: ons stressresponssysteem bevat nog altijd ā€˜oude’ onderdelen, die stammen uit een tijd dat er nog niet eens leven op aarde was. Zo reageerden eencelligen al op hittestress door ā€˜heatshock proteĆÆnen’ te produceren. ā€žTot op de dag van vandaag maken mensen bij psychologische stress hetzelfde type proteĆÆnen aan. Zo bekeken is ons stressresponssysteem een opeenstapeling van verouderde bouwblokken. Daar moeten we het maar mee doen (Smolenaars, 2017).

Te veel informatie Rosa Marie constateerde dat ze langzamerhand een informatiejunkie aan het worden is. Via blogs, Twitter en Facebook wil ze aldoor op de hoogte blijven van alles wat er gebeurt. De Amerikaanse publiciste Linda Stone bedacht al in 1998 een officiĆ«le term voor dit fenomeen: ā€˜Continuous Partial Attention’. Het fenomeen dat je continu je aandacht verdeelt tussen verschillende zaken. Steeds een LIVE knooppunt willen zijn in het netwerk, in connectie staand met anderen, erkend worden, ertoe doen; het zou wel eens een belangrijke trend kunnen worden onder jongeren. En de toename van smart phones onder jongeren zal infobesitas een enorme vlucht geven, omdat je niet meer afhankelijk bent van een internetverbinding, maar deze aldoor op zak kunt hebben (Onderwijsvanmorgen.nl, z.j.).

Meer dan ooit worden jongeren blootgesteld aan een enorm aantal prikkels. Zo staan zij via gratis berichtenservice Whatsapp altijd in contact met vrienden. Dit vormt een continue afleiding gedurende de dag, waardoor de aandacht gefragmenteerd raakt. Er is nog niet voldoende onderzoek naar gedaan, maar er zijn meerdere aanwijzingen dat de elektromagnetische straling van smartphones en WIFI de mens geen goed doen. In ieder geval is een logisch gevolg van constante afleiding en altijd bereikbaar moeten zijn dat het brein niet tot rust komt. Ieder mens heeft rustmomenten nodig gedurende de dag om tot ontspanning te komen.

Ook al is hier nog niet voldoende onderzoek naar gedaan, er is een grote kans dat social media een rol speelt in het verhoogde aantal jongeren met burn-out. Zo zijn Facebook, Twitter, Tinder en Instagram voorbeelden van populaire vergelijkingssites. Jongeren worden iedere dag bedolven onder informatie over het leven van anderen. Uiteraard geen objectief beeld, maar alleen de beste kanten van hun peers worden belicht. Hier kunnen jongeren erg onzeker van worden. Het schept torenhoge verwachtingen en werkt een onrealistisch zelfbeeld in de hand. Daarnaast zorgt het ervoor dat de jongeren geen moment rust meer hebben en continue een enorm aantal prikkels binnen krijgen (Yvej, 2013).

Crisis Jongeren van nu groeien op in een tijd waarin het economische tijd niet mee zit. Op hen ligt meer dan vroeger de druk om goed te presteren. Studenten worden na een slecht propedeuse jaar van school gestuurd en moeten een flinke duit meer betalen wanneer zij een extra jaar studeren. Met de toekomstige afschaffing van de studiebeurs zullen veel studenten daarnaast met een hoge schuld aan hun carriĆØre beginnen. Een carriĆØre die erg moeilijk is om te krijgen bij een hoge werkloosheid. Als starter is het in bijna alle vakgebieden tegenwoordig erg moeilijk om aan een baan te komen. Dit legt extra druk op jongeren en veroorzaakt stress (Yvej, 2013).

Comments


bottom of page